Tijdens mijn SI-therapeuten opleiding leerde ik dat kinderen met een verminderde sensorische informatieverwerking, soms niet optimaal tot leren kunnen komen. Door het inzetten van hulpmiddelen probeer je de alertheid te reguleren en zo de sensorische prikkelverwerking te optimaliseren.
Onlangs vond ik een recent Nederlands onderzoek die prestaties en gebruik van hulpmiddelen wetenschappelijk in kaart heeft gebracht. Uiteraard is er nog veel onderzoek nodig rondom dit onderwerp, maar dit is een mooi begin.
WOBBLE-studie
Uit recent Wiebelkinderen Onderzoek naar Betere Breinprestaties en LeerEffecten (WOBBLE -studie), is gebleken dat een niet optimale prikkelverweking invloed kan hebben op het leren.
Daarnaast is er in dit onderzoek gekeken naar de effectiviteit van het inzetten van hulpmiddelen als de tangle, koptelefoon en wiebelkussen.
In het experiment deden 257 leerlingen van groep 4 van 9 verschillende basisscholen in Limburg mee. Het onderzoek is in samenwerking met de Open Universiteit, Universiteit Limburg en Ergotherapie middel Limburg uitgevoerd.
Een niet optimale prikkelverwerking komt bij 29% tot 36% van de kinderen voor.
Dit betekent dat in een klas van 25 kinderen, ongeveer 8 kinderen een niet optimale prikkelverwerking hebben. En dat deze 8 kinderen mogelijk problemen kunnen hebben met hun gedrag of leerprestaties t.g.v. een niet optimale prikkelverwerking. Dit is relatief gezien een grote groep kinderen.
C. Kranowitz (oktober 2005) stelt in haar literatuur dat ongeveer 16% van de kinderen een sensorisch informatieverwerkingsprobleem heeft. Het lastige hierbij is om te beoordelen wanneer iets een probleem is.
Kranowitz schrijft bijvoorbeeld: “Wanneer prikkels het functioneren in het dagelijks leven, negatief beïnvloedt, spreken we van een sensorische informatieverwerkingsprobleem”*. In de WOBBLE-studie is de SP-NL gebruikt. Een vragenlijst voor ouders.
Optimale sensorische informatieverwerking en prestaties.
In de WOBBLE-studie lieten kinderen met een optimale sensorische prikkelverweking, betere prestaties zien op aandachtstaken. Kinderen met een niet optimale prikkelverwerking, lieten verminderde nauwkeurigheden, snelheid en volgehouden aandacht, zien.
Ook op rekentaken lieten kinderen met een niet optimale prikkelverwerking verminderde prestaties zien. De niet optimale sensorische prikkelverweking beïnvloedde de prestaties bij deze kinderen dus negatief.
Effect van hulpmiddelen op aandacht en rekenprestaties
Het is belangrijk om rekening te houden met de sensorische informatie verwerking van een kind. Wanneer hulpmiddelen ingezet werden zonder rekening te houden met de sensorische informatieverwerking van een kind, leidde dit in het WOBBLE onderzoek tot slechtere aandacht en rekenprestaties.
Echter het eenmalig kort gebruiken van een hulpmiddel leidde niet tot verbeterde prestaties. Wellicht omdat kinderen nog niet gewend waren aan het hulpmiddel en daardoor niet effectief ingezet kon worden.
Aannemelijk is dat er wel verbeterde prestaties zichtbaar zal zijn als het hulpmiddel langer wordt ingezet. Echter moet er meer onderzoek gedaan worden naar de effectiviteit van hulpmiddelen op lange termijn.
Bij kinderen die een optimale prikkelverwerking hadden, had het toevoegen van hulpmiddelen een averechtse werking. Het leidde tot onnodig toevoegen en weghalen van sensorische prikkels, waardoor meer afleiding en verminderde prestaties.
Conclusie
Een niet optimale sensorische prikkelverwerking komt relatief vaak voor. Wanneer je hulpmiddelen toevoegt, is het belangrijk om eerst de sensorische informatieverwerking van een kind goed in beeld te hebben. Daarnaast is het belangrijk dat een kind een hulpmiddel op een juiste manier leert inzetten. Een prikkelverwerkingstherapeut kan leerkrachten en ouders hier goed bij ondersteunen.
Voor meer informatie over het onderzoek verwijs ik je naar het onderzoekverslag:Paragraaf
De WOBBLE studie: Het Wiebelkinderen Onderzoek naar Betere Breinprestaties en LeerEffecten: Projectnummer: 405-18-644 ,Celeste Meijs, Inge van der Wurff, Christine Resch, Petra Hurks, Renate de Groot.
*Kranowitz C. (2005), Uit De Pas, Niewezijds BV